Wandverwarming is net als vloerverwarming een principe dat al zeer vroeg in gebruik is. Daarom is het dan ook niet verwonderlijk dat vandaag de dag hetzelfde principe toegepast en gebruikt kan worden als bij vloerverwarming, zijnde de plaatsing van verwarmde leidingen in de wanden om de ruimtes die deze bevatten te verwarmen. Een leuk weetje is dat men in bijna ieder geval minder zal moeten stoken als wanneer men gebruik maakt van radiatoren. Gemiddeld liggen de temperaturen twee tot drie graden lager dan wanneer men gebruik maakt van radiatoren. Dit komt doordat radiatoren zich vooral op de begane grond bevinden waardoor de warme lucht naar boven stijgt in de kamer. Doordat de verwarming zich nu in de wand bevindt zal deze opstijging van warmere lucht minder snel plaatsvinden en kan men dus bijgevolg minder veel stoken.
De plaatsing van een wandverwarming vindt het best plaats wanneer men een nieuwe woning bouwt, kwestie van gemakkelijkheid en relatieve snelheid van de plaatsing. Wanneer men er echter over beslist heeft dit toe te passen op de wanden van een bestaande woning, zal men al gauw enkele muren moeten openbreken voor de plaatsing van de leidingen in de wanden. Het is namelijk zo dat deze leidingen niet vlak tegen de muur mogen komen aangezien deze kunnen uitzetten en barsten door de koude. Een goede isolatie is dus ook een must. Het is dan ook een van de nadelen aan de wandverwarming dat wanneer er een defect optreedt men deze moeilijk zal kunnen opsporen doordat de leidingen zich in de wand bevinden en men er dus moeilijk bij kan. Bepaalde experts zijn er dusdanig toch in gespecialiseerd deze te kunnen herstellen door middel van speciale technieken die de leidingen controleren en defecten kunnen opsporen.